Journals

Fifth Journey (MS 107/4)

28th January 1786


transcription

[28th January 1786]
28

reden met den dag verder oost ten zuiden op daarna draayden veel N. o. leeuwecloofs riv. op om de berg
spanden na 5½ uur tegen leeuwe cloof over uit, joegen de ossen o. over een lage berg daar sy water kregen.
spanden om twe uur weer in en na 5 uur rydens heel om dese tak
(dan heeft men een andere tak leeuwe cloof, dan heeft men de qua dan saanse zyn niet veel in de regte van Jurrie Graaf geavanceert) bergen dan w. en z en z.o. aan tot in een cloof die wy voor de cloof van Piet van der merven hielden, dog bedrogen ons en spanden by een lekkere fontein en verlaten plaats uit

seer warm
stil avond vliegende z.o. so sterk als aan de caap tegen donder weer w t n. aan.
toen wy tegen swarte bergen aan reden, met den morgen eerst stil.
term 65 ­ 99 ­ 80

Sagen veel struisen en kwaggas

translation

[28th January 1786]
28

At daybreak we travelled further east by south; thereafter we turned sharply to the north east heading for the Leeuwekloofs River around the mountain. After 5½ hours we outspanned opposite the Leeuwekloof. Dispatched the oxen eastward across a low mountain to where they get water. At two o’clock we inspanned again and went for five hours right around this branch of mountains -- after which there is another branch of the Leeuwekloof, then De Qua, then Saansee; not having advanced very far as the crow flies from Jurie Graaf’s -- then west and south and south-east until we came to a kloof (which we took for Piet Van de Merwe’s Kloof but were mistaken) and outspanned at an abandoned farm with a delicious spring of water.

Very hot.
Calm in the evening.
Rushing south-east wind as strong as at the Cape close to thundery weather west by north.
When we travelled into the Swartbergen at dawn, at first calm.
Thermometer: 65-99-80.

We saw many ostriches and quaggas.