Journals

Second Journey (MS 107/1/1-2)

8th January 1778


transcription

[8th January 1778]
8

gepasseerde nagt, benauwde lugt, betrokken. desen morgen nog warm, shomooshi kwam omtrent seven uren, vereerde hem een schaap, en wy scheiden de beste vrienden van de wareld, vertrok door een zeer bergagtig moeyelyk pad met vele draayen dan west dan oost de grote spruit der bosjemans rivier passeerde nogtans tot den middag z:o: t z aan tot in een diep gras dal, waar in enige bosjes, daar wat liet uitspannen, hiete dit dal swellengrebels dal omdat swellengrebel hier de nagt

[page 19]
gepasseerd had, hebbende hier de leeuw horen brullen het begon omtrent tien uren uit den z:o: te stofregenen; na een uur rustens spanden in en na een uur distantie z o t z over twe hoogtens, trok w:z:w: aan wordende het pad zeer goed alles vlakke grasige ruggens, sagen een groot uur eer wy by bosjesmans rivier quamen grote troppen beesten, en kort daarna quamen vier caffers met de hand vol assagayen so als ordinair en een paar knop kirris, by ons sonder iets te vragen, sprak enige caffer woorden met haar en repiteerde iets van hun gezang waarop zy al lopende begonnen te singen en te dansen gaf hun sonder gevraagt te worden een stuk tabac, waar op zy my beesten wilden ruilen, zei hun dat van verre kwam en niets had, sy boden my een beest voor myn hond dog toen hun sey dat ik er maar een had, en die my s'nagts, voor de goronjama zynde leeuw in hunne taal, moest bewaken waren zy te vreden, nog thans melk van hun vragende, vroegen zy weer om de hond, en toen weigerde vertrokken zy. passeerde de bosjemans rivier, die hier met een stok kon overspringen en niet diep was, sy loopt te schielyk in zee om een grote rivier te zyn, zy loopt hier, dog met grote slingers, door een vlakte, rondom met bossige heuvels van het noorden na het zuiden. hebben vandaag negen a tien uren afgelegt het zelvde terrein, passeerde vele bloed rode klei, enige bloemen zynde veel antolisas. zag enige hartebeesten en coaggas. spanden over de rivier uit de stofregen continueerd nog met vlagen

translation

[8th January 1778]
8

Sultry, overcast last night. Warm again this morning. Sjomoshi arrived at about seven o'clock. I honoured him with a sheep and we parted the best friends in the world. Departed on a very mountainous and difficult road with many bends, first west and then east, crossing the large tributary of the Bosjemans River. Continued south-east by south until midday when we entered a deep grassy valley where I had the oxen outspanned for a while in some bushes. Called this valley Swellengrebelsdal because Swellengrebel spent the night here.

[page 19]
We heard lion roaring here. It began to drizzle from the south-east about ten o'clock. After an hour's rest we yoked up the oxen and after going south-east by south for the distance of an hour over two hills, we went west-south-west, the road becoming very good being all flat grassy ridges. A good hour before we came to the Bushman’s River we saw great herds of cattle, and shortly afterwards four Caffres came up to us, their hands full of assegais, which is usual, and with some knobkerries as well, without asking for anything, and I spoke some Caffre words to them and repeated a snatch from their songs. Whereupon they began to sing and dance as they walked. Without being asked, I gave them a piece of tobacco on which they wanted to barter for cattle with me. I said that I came from far and had nothing. They offered me a head of cattle for my dog; but when I told them I had only one and that I needed it to protect me at night from the 'Goronjama' (or lion in their language) they were satisfied. Nevertheless when I asked them for milk, they again asked for the dog; and when I refused they left. Crossed the Bushmans River which one could jump with a stick at this place, and was not deep: it runs too fleetingly into the sea to become a great river. It flows here, though with large bends, through a plain which is surrounded with bushy hills from north to south. Have gone nine to ten hours today, the same terrain, and have passed much blood-red clay, and several flowers, many of which are antholysas. Saw some hartebeest and quaggas. Outspanned across the river, the drizzle still continuing in squalls.