Journals

Fourth Journey (MS 107/3/1-2)

1st September 1779


transcription

[1st September 1779]
1 Septb: woensdag

schoon weer westelyk windje.
term 56 - 78 - 60

heb niets kunnen slapen door pyn, weder een opening gemaakt hebbende, scheen het beter te worden; reed te paard om my niet te echaufferen, op een hoogten, en Peilde de twe gebroeders, in een kunnende het tafelbergje ten zuiden het hoogste, alleen maar zien, n:w: drie graden noord. zynde ik een quartier gaans oost drie graad zuid bewesten onse uitspanplaats, die nu aan de noord zyde, der diepe cloof was. de loop van dese cloof is z:w: t z:h z. ziende men daar even, de zee, op de distantie van een en een vierde myl. en onse verder koers na gouwaap z:z:o.

translation

[1st September 1779]
1 Sept Wednesday

Fine weather. Light westerly wind.
Thermometer: 56-78-60.

Could not sleep on account of pain. Made another incision; it appears to be getting better. In order not to overheat myself rode on horseback up a small rise and took bearings on the Two Brothers (as one object): north-west three degrees north. (Could see the table top-mountain in the south as the highest). I was a quarter of an hour’s travel east and three degrees south to the west of our camp, which was now on the northern side of Diepkloof. This kloof runs south-west by south half-south. One can just see the sea from there at a distance of one and a quarter miles. Our further course south-south-east to Goewaap.