Search

Panorama of the Orange River at the so-called “Oranjepoort”

[Within the image, and extreme left and right, hand S1:]
West; Zuiden

[In lower margin, referencing letters within the image, hand S1:]
c. Hertog L. Brunswijks Berg, in het Noordwesten ten Westen-

Schoon dit Land zig van verre bergagtig vertoond, is het in het Noorden en Westen niet hoog, en kan men overal langs en door deselven, als over vlak Land met een Wagen rijden, alles Grasveld, ook laage Struiken, en geen geboomte als bij de rivieren, zijnde in deese Streek willigen en mimosa's, hier doorn boomen genaamt. -

Gesigt van een rivier en Landstreek, gelegen in het zuidelijke gedeelte van Africa, omtrent de 30ste graad zuider breedte, en Seven graden Lengte Oost van de Caab de Goede Hoop, die ik den 23. Dec: 1777 in mijn Noord aan reise gevonden heb - R:J: Gordon.

Deese Rivier komt uijt het Oosten, en loopt regt West aan, zijnde hier 250 passen breed, en Schoon er riffen rotsen in sijn, was deselve snel stromende en diep, de zuider Oevers sijn omtrent 40 voet hoog, de Quik stond aan het water 25. duim 8: tiendens, met de schaal van Ramsden, dus 4020 voeten boven de oppervlakte van de Zee– Een duijtsche mijl agter de poort in het gebergte a, komt uijt twee takken in een, de Eene komt uijt het noord Oosten, en de andere uijt het zuid Oosten, van gelijke groote. Ten Noorden van de Caab, is men over eene groote Rivier omtrent deese breedte geweest, dewelke deese moet zijn, en in den Wester oceaan uijtloopt, door de Namacquas Garie genoemt –

Ik heb deselve de Oranjes Rivier genoemt, en de Noord Oosten Tak derselve Wilhelmina's rivier, na Zijne Doorlugtigste Hoogheyd, en Mevrouw de Princes van Oranjen. Zij is de eenigste rivier van Consideratie dewelke men tot hiertoe vind, zijnde de overigen alleen in regen tijden inpassabel. Of nogthans deese Rivier overal met kleijnen Vaartuijgen, als Pramen of Tjalken, zou kunnen bevaren worden, kan niet Verseekeren, alsoo van de Namacques gehoord heb, dat bij hun Land een groote Catarakt in de Garie is. Ook weet niet, of deselve in alle Saisoenen soo vol blijft, alsoo hier een gansch ander Climaat als een de Caab is, donderende het met Sware Reegens in de soomer komende de buijen niet dan Noorden, en gaan door het Westen naar het Z:O: wanneer op die tijd aan de Caab droog is, met forsse Z:O: In deese Contreij is het de tijd Maij, Junij, Julij, koud, met Noordelijke winden en Sneeuw, en dan reegend het aan de Caab, met de N:W: Wind. Hier is men in het hartjen van het sogenaamde Bosjesmans of Chinese Bosjesmans Land, zijnde jagende Hottentotten, Zij verschillen in dialect, dog het is oorspronkelijk deselve Taal. Zij zijn schuwer, als eenig wild dier, dat gesien heb, hebbende ik er in het geheel, Soo agter Sneeuwberg, als hier, maar 14 gezien, zeer ver en bij Verrassing -

Dit Gesigt moet men sig drie quart van een Cirkel verbeelden te loopen, strekkende van het Zuijden tot het Westen. Deese rivier is vol Hippopotamussen, die in het geheel niet schuw zijn - de Wilden graven overal langs de Oevers gaaten, sommigen 18. Voet diep, dekkende deselven behendig, dat men se niet zien kan, om de uijt de rivier koomende hippopotamussen in te doen vallen, in een dier Gaten viel ik: hebbe ook deese rivier over willen swemmen, dog met eene mijner wilden geen 30. passen van de Wal zijnde, sagen wij drie hippopotamussen op eene plaats, daar wij er nog geene vernomen hadden, op ons toekomen; het geen ons spoedig deed terug keeren. -

bij het bosje d stonden 8 à 10 wilden, dewelke na een korte wijl kijkens de Vlugt namen, schoon de rivier tussen ons was, zij zeggen, dat wij menschen zijn, die maanen als Leeuwen hebben, om dat ons hair geen Wol als het hunne is –

a Oranje Poort, daar de Rivier door komt loopen in het Oost ten Noorden

b. de plaats, daar ik met mijn paard in gevallen ben, en mijn paard dood gebleeven is.

[Within the image, and extreme left and right, hand S1:]
West; South

[In lower margin, referencing letters within the image, hand S1:]
c. Duke L. Brunswick’s Mountain, in the north-west by west.

Although this country appears to be mountainous when seen from a distance, it is not high in the north and west; and one can through and along it everywhere with a wagon, as over a flat land. It is all grassveld, also low bushes and no trees except by the rivers, those in the this district being willows and mimosas (here called thorn trees)

View of a river and a district situated in the south part of Africa, about the 30th degree of latitude south and seven degrees longitude from the Cape of Good Hoop, which I found on my northwards journey on the 23rd of December 1777.

This river comes from the east and runs due west, being 250 paces broad here, and despite their being ridges and rocks in it, flowed with a consistent speed and depth. The southern banks are about 40 foot high. At the water the barometer’s mercury stood at 25 inches and 8 tenths on Ramsden’s scale, thus 4020 feet above sea-level.

One Rhineland mile behind the defile [Oranjepoort] in the mountains marked a [the river] becomes one stream out of two branches of equal size. One comes from the north east, and the other from the south east.

People have been across a river of about this size to the north of Cape Town, which must be the same as this one, called Garie by the Nemaquas, and which runs into the western ocean. I have called it the Orange river, and the northern branch of it Wilelmina’s River, after his most illustrious highness and Madame the Princess of Orange.

It is the only considerable river that has been found until now, all the others being unfordable only in the rainy season. I cannot give assurances whether this river is everywhere navigable with small boats such as pramen and tjalken, as I have heard from the Namaquas that there is a great cataract in the Garie in their country. I also do not know if the river stays as full in all seasons, as there is an entirely different climate here from that at the Cape,

Here it thunders with heavy rains in the summer, the showers not coming from the North; and they go through from the west to the south east when it is the dry season at Cape Town with strong south-easterly winds. In this country it is cold in the season May, June and July, with northerly winds and snow, and then it rains in the Cape with a north-west wind.

Here one is in the heart of the country of the so-called Bushmen or “Chinese Bushmen”, these being Hottentots who hunt. They differ in dialect, yet is originally the same language. They are timider than any wild animal that I have seen, so that I have seen in all here as well as behind the Sneeuberg, only 14, far off and by surprise.

This view must be considered to go round three-quarters of a circle, stretching from the south to the west.

This river is full of hippopotami, that are not, on the whole, timid: the savages dig holes, sometimes 18 foot deep, everywhere along the banks, skilfully covering these so that they cannot be seen, to get hippopotami coming out of the river to fall into them. I fell into one of these holes myself. I also wished to swim across this river, but not 40 paces from the bank with one of my savages we saw three hippopotami in a place where we hand not noticed any coming upon us, which made us turn back quickly.

At the wood marked d stood 8 to 10 savages who took flight after looking at us for a while even though the river was between us. They say that we are people wo have manes like lions because our hair is no woolly like theirs.

a Oranjepoort, which the river comes through running east by north,

b the place into which I fell with my horse, and my horse was left dead.

Object data

  • Place: The Orange River, to the east of the modern town of Bethulie and to the west of the confluence of the Caledon and Orance Rivers.
  • Date: 23rd December 1777
  • On 24th April 1779 Gordon sent “perspectives and plans” of Cape Town and False Bay to the griffier Hendrik Fagel to be handed to the Stadholder Willem V, adding that he was sending copies to the Advocate F.W. Boers. The exact replica of GA-17-29 now in the Nationaal Archief, The Hague (inv. 4 Topo 15.120D) is likely to be one of these, probably the Stadholder’s. The inscription there is almost identical with only a few differences in wording and orthography, but is entirely written in Gordon’s own hand.

  • Size: h 41.1 cm × w 299 cm
  • Object nummer: RP-T-1914-17-29